Klik op onze tuin

vrijdag 20 september 2013

Mannenpraat

Gisteren was het mannenavond bij ons thuis. Vier bierdrinkende, GTA-spelende mannen op de bank, waarvan er uiteindelijk drie overbleven. Ze besloten na een tijdje een film te kijken, Fast and the Furious deel honderdveertien. Het laatste deel in ieder geval. Ik heb me een beetje afgezonderd en ben aan de eettafel gaan zitten met m'n laptop. Het was hun avondje.
Doordat ik me zo afzonderde, kon ik mooi alle gesprekken volgen. Bij elke pikant geklede, knappe vrouw met een mooi lichaam, waren de 'oooohs', 'aaaaahs' en 'oooeeehs' niet te tellen. Maar dat is een mannending, dus dat verbaasde me niet. En dat doen vrouwen precies hetzelfde als er een knappe, gespierde adonis met ontbloot bovenlichaam in beeld komt.
Het eerste wat de filmkijkende mannen opviel, was dat er alleen maar kale mannen in de film speelden. Wel vier! 
Vin Diesel en the Rock, beiden kaal, kwamen in beeld. "Zo, die mannen zijn breed!" "Als ik zo breed wil worden, moet ik elke dag naar de sportschool joh." "Ga je eigenlijk nog naar de sportschool?" "Ja man, twee, drie keer per week." "Ja, dan sta je zeker voor de deur en ga je weer naar huis met een gevoel van 'zo, ik ben bij de sportschool geweest'".
Het mooiste was misschien nog wel dat het over de gespierde, kale mannen ging en de opmerking "maar hij heeft in ieder geval zijn oksels geschoren" kwam.
En ik maar denken dat vrouwen erg waren. Ik heb een avondvullend programma gehad.

maandag 19 augustus 2013

Vliegreisjes

Het vliegtuig; ik vind het een prachtige uitvinding. Binnen een paar uur ben je duizenden kilometers verder. Hartelijk dank aan de gebroeders Wright. Dankzij hen hadden wij nooit kunnen genieten van het wonderlijke vervoermiddel dat een vliegtuig heet.
Ik vind vliegtuigen prachtig. Om naar te kijken. Als ik op de grond sta. En dan zwaaien naar al die gekke mensen die zich bedacht hebben in het toestel te stappen en zich dan duizenden meters boven het aardoppervlak bevinden.
Mijn zussen, moeder, stiefvader en oma liggen op dit moment heerlijk te bakken op het strand van Tunesië. De foto's die ik toegestuurd krijg, zijn jaloersmakend. De enige reden dat ik niet met ze ben meegegaan, is vanwege het vliegen. Het is mij te massaal. Ik word er claustrofobisch van, ik kan niet zien wat er voor me gebeurt omdat daar geen raam zit en ik denk bij elke kleine beweging van het toestel dat we te pletter storten.
In mijn leven heb ik vier keer gevlogen. De eerste twee keer kan ik me vaag herinneren, maar ik weet dat ik het toen ook niet fantastisch vond, hoe jong ik ook was. De derde keer was naar Cyprus, dat is twee jaar geleden. De heenweg ging wel. Toen vloog ik samen met de familie. Maar, omdat ik nog een keer met vakantie ging, vertrok ik een week eerder uit Cyprus en vloog ik alleen terug naar Nederland. Wat me toen bezielde weet ik nu nog steeds niet.
De vierde keer vliegen is voor mij de druppel geweest. Dat was samen met Milan, naar Portugal. De heenweg verliep verrassend goed. Op de terugweg stapte ik dus vol goede moed het vliegtuig in en ging minder gespannen dan op de heenweg in de stoel zitten. Halverwege  de vlucht, was er sprake van een zogenaamde luchtzak. Dat is een valwind. Op Wikipedia staat dit: 'Een vliegtuig dat in een luchtzak belandt, zal veelal een eind omlaag vallen. Een dergelijke val bedraagt doorgaans enkele meters, maar dat kan oplopen tot tientallen meters.' Geloof me, wat wij hadden was geen dergelijke val. Het vliegtuig zakte zo hard en snel naar beneden, dat het voelde als een achtbaan. Ken je dat, dat gevoel in je maag als je naar beneden gaat in een achtbaan? Juist, nou, dat gevoel dus. Ik dacht dat we dood gingen. Ik heb Milan's hand fijngeknepen en nog net niet het hele vliegtuig bij elkaar gegild. Sindsdien doe ik het nooit meer.
Het leuke is dat ik vannacht droomde dat ik de familie stiekem ging opzoeken in Tunesië. Helaas werd het vliegtuig, nog voordat we opgestegen waren, gekaapt, maar wist ik te ontsnappen. Kijk, zo mag het van mij in het echte leven wel gaan. Geen luchtzakken, geen turbulentie, lekker op de grond gebleven en weer terug naar huis. Met de auto, trein, fiets, brommer of scootmobiel.

zondag 10 maart 2013

Ongelovige vissen binnenhalen doe je zo!

Als een echte journalist hoor je overal 'open minded' heen te gaan. Dat deed ik afgelopen woensdagavond ook, toen ik Milan meesleurde naar de kerk. Er kwam iemand spreken over het thema 'Leef je Geloof'. Wij hadden allebei geen idee wat dit inhield, maar ik had er alle vertrouwen in dat er een goed artikel uit kon komen. En dat hebben we geweten.
Het was tien minuutjes lopen naar de kerk. We stapten de kerk binnen en keken voorzichtig om ons heen. Wij waren duidelijk de jongste aanwezigen. In de redelijk grote hal staan vier statafels. Aan de zijkant bevindt zich een barretje waar een man en een vrouw met plastic bekertjes en thermoskannen koffie in de aanslag staan om iedereen van koffie te voorzien. Ietwat onwennig schuifelen wij langs de mensen richting het barretje, maar schuifelen dan weer terug. We besluiten maar aan een statafel te gaan staan om de kat uit de boom te kijken. Het valt op dat iedereen die binnenkomt ons een welgemeend goedenavond wenst en ons lief toelacht. Ik zeg tegen Milan dat ik me best welkom voel. Op dit punt kom ik later terug.
Na een tijdje komt de mevrouw die achter het barretje bezig was met de koffie, bij ons staan. Zij begroet ons hartelijk en vraagt ons of we bij de gemeente horen. Milan vertelt enthousiast dat hij inderdaad in Leeuwarden woont, vlakbij het station en zo gaat het gesprek nog wel even verder. De vrouw vraagt ons of we voor de spreekster komen of voor de wijkvergadering, en wijst ons vervolgens waar we heen moeten als de spreekster begint. Milan fluistert mij toe: 'Daarom vroeg ze natuurlijk of we uit de gemeente komen, er is ook een wijkvergadering!' Ik knik instemmend en begrijpend. We vonden het al zo'n gekke vraag. Later bleek dus dat met gemeente de geloofsgemeenschap bedoelt werd. Weten wij veel, als leken.
Enfin, als we richting het zaaltje lopen, fluister ik Milan toe dat we achterin gaan zitten. En dan vlakbij de deur zodat we weg kunnen wanneer we willen. Blijkt de zaal andersom ingericht te zijn. Dus de spreekster vlak naast de deur.
In de zaal staan een stuk of zes tafels met een kaarsje erop. Wij gaan zo ver mogelijk achterin zitten. Achter ons staan nog zes lange rijen stoelen in een theatheropstelling. Er wordt een aardige opkomst verwacht. Ik pak mijn pen en papier erbij, en laat alles maar op me af komen. Gelukkig zit er een hele aardige mevrouw naast me. Zij legt mij af en toe wat dingen uit. Dit nadat zij mij de vraag heeft gesteld of ik ook bij deze gemeente hoor, uiteraard. 
Er wordt geopend met twee liederen en een gebed. Daarna wordt de spreekster geïntroduceerd en begint de avond. Haar woorden worden ondersteund door een vreselijk slechte powerpointpresentatie. Als spellingsfouten een zonde waren, eindigde deze vrouw zonder pardon in de hel. Tenenkrommend was het. Maar dat terzijde. 
Het thema waarover gesproken wordt is dus 'Leef je Geloof'. Dit houdt in dat je anderen overtuigt van het geloof, dit gebeurt volgens de spreekster te weinig. Zij zei namelijk: 'Tegenwoordig is het kerkje spelen veel belangrijker geworden dan het binnenhalen van de oogst van Gods koninkrijk.' Als metafoor wordt een visser gebruikt die vissen binnen moet halen. Lukt het de visser niet de vissen te vangen, dan moet hij misschien een andere hengel gebruiken, beter aas, een andere locatie, of het visnet aan een andere kant hangen. Kortom, overtuig je naaste op elke mogelijke manier van het geloof.
Ook geeft de spreekster voorbeelden van wat je vooral niet moet doen als je iemand wilt overtuigen. Je moet namelijk niet zeggen: 'Ik ben gewassen in het bloed van het lam', want 'daar snappen ze natuurlijk niets van'. Dit is letterlijk gezegd, en dan vooral dat 'daar snappen ZE niks van'. 
Er is ook een stappenplan om een vis binnen te halen:
1. Zegen
2. Bouw een relatie op
3. Maak kennis met de behoeften van een ander
4. Vertel over Jezus

De spreekster stond dit stappenplan daar als een soort Emile Ratelband te promoten. 'Ga vissen zodat die vijver vol komt!' zijn haar aansporende woorden. Ze licht ook nog even toe dat deze vis een persoon naar keuze mag zijn. Dus de buurman, een collega, iemand van de sportclub.
Godsdienstige humor komt ook aan de orde. Er wordt namelijk een verhaal vertelt over ene Gabriël Antonio. Deze man helpt, kort samengevat, iemand met autopech. De man met de pech zegt vervolgens: 'Je bent een engel, hoe heet je eigenlijk?', waarop Gabriël zegt: 'Ik heet Gabriël.' Nou, je wil niet weten hoe iedereen daarop reageerde. De héle zaal lag dubbel van het lachen. Toen de behulpzame vrouw naast mij zag dat ik niet lachte, legde ze het grapje nog even uit voor me. Ik snapte het wel, maar ik vond het gewoon niet grappig.
Twee uur lang hebben wij naar deze mevrouw geluisterd. Ik moet zeggen dat ik er een heel gek gevoel aan overhield toen we de deur uit liepen. Toen we weer terug naar huis liepen, vroegen we ons af of iedereen zo hartelijk en aardig tegen ons was omdat wij vissen zijn en zij de vissers. Wilden ze ons binnenhalen? 
Persoonlijk vind ik het geloof iets heel moois. Het heeft iets moois dat je kan geloven dat er leven is na de dood, dat je ergens terecht komt, dat er altijd hoop is, dat er iemand is die altijd van je blijft houden en je vergeeft. Ik heb een lange tijd gewild dat ik het ook kon geloven, alleen maar om op het geloof te kunnen terugvallen als dingen tegenzitten.
Ik sta overal voor open en vind het fascinerend wat mensen beweegt om sommige dingen te doen. Maar dit ging mij te ver. Het voelde als een soort samenzwering, om de medemens te hersenspoelen en diegene te dwingen om te geloven. Als ik het fout heb hoor ik het graag, maar zo voelde het gewoon.
De mooiste zin van de avond wil ik jullie niet onthouden. De vrouw zei op een nogal protesterende toon: 'Er wonen tegenwoordig zóveel studenten met z'n allen in één studentenhuis en die hebben állemaal seks voor het huwelijk!'
Milan en ik hebben hier nog wel een tijdje stiekem om moeten gniffelen. In ons studentenhuis. Met ál die studenten.

dinsdag 26 februari 2013

Het hete feest van Abraham

Bij het binnenlopen van de feestzaal wordt het meteen duidelijk: Hier is iemand vijftig jaar geworden. Een Abrahampop staart je bij binnenkomst aan. Aan de grote, nog lege zaal te zien, belooft het een groot feest te worden. Er is groots uitgepakt. Er staan vier lange tafels met zo'n veertien stoelen er omheen. Ook staan er drie sta-tafels en blijft er een grote, lege plek in de zaal over, die waarschijnlijk bedoeld is om te dansen. De DJ draait alvast wat achtergrondmuziek en vier barmedewerkers staan klaar om het feest te verzorgen.
De jarige Job heeft zich netjes aangekleed. Zijn baard is getrimd en zijn haren zijn netjes gekamd. Hij draagt een turquoise overhemd met daarover een 

zwarte blazer. Onder de blazer draagt hij een zwarte broek, en daar onder nette, zwarte, glimmende schoenen.
Het is broeierig warm in de zaal. De verwarming staat op standje loeiheet en na een half uurtje zitten de meeste genodigden met rode wangetjes van de warmte elkaar wat frisse lucht toe te wapperen.
De jarige zit rustig met wat gasten te praten aan één van de vier lange tafels. Dit rustmoment voor de jarige duurt echter niet lang. Terwijl de gasten langzaam binnenstromen, wordt er koffie en gebak geserveerd. De kersverse Abraham wordt enthousiast begroet, gekust en gefeliciteerd. Ook neemt hij de vele cadeaus van de gasten in ontvangst, die hij op een daarvoor bedoelde tafel zet.
Langzaam raakt de feestzaal voller en voller. De vier lange tafels raken bezet en sommigen moeten zich verplaatsen naar de sta-tafels. In de zaal klinkt een luid geroezemoes van de aanwezigen. Sommigen begroeten elkaar enthousiast omdat zij elkaar járen niet meer gezien hebben, anderen geven elkaar statig en verplicht een hand en proberen met een gemeende glimlach de familie en vrienden van de jarige te feliciteren. Andere feestgangers hebben elkaar opgezocht en zitten als een afgezonderd groepje bij elkaar hun koffie te drinken en gebak te eten. De gastheer zit of staat steeds aan een andere tafel met verschillende mensen te praten.
Na een tijdje wordt de jarige naar voren geroepen door zijn vrouw en dochter. Er wordt een stoel voor hem neergezet. Achter deze stoel gaan alle bezoekers in een horizontale rij staan, zodat zij goed kunnen zien wat er gaat gebeuren. Een paar meter voor de stoel staan zijn vrouw en dochter met een microfoon en een A4'tje in hun handen. Zij houden een verhaal over ouder worden. De jarige krijgt veel naar zijn hoofd geslingerd over vorige levensfases, de fase waarin hij nu zit en welke fase hem nog te wachten staat. Hij lacht erom, maar gezien wat er gezegd wordt, weet niemand echt zeker of die lach gemeend is. Bij elk voorbeeld van ouderdom, krijgt de jarige een bijpassend cadeautje. Dit varieert van een beeldje van een man met een ontzettende bierbuik, tot een magazine over de nieuwste mannenmode. Uiteindelijk krijgt iedereen een glaasje prosecco, wordt er luidkeels voor de jarige gezongen en proost men op zijn gezondheid.
Na de speech en de toost klinkt er weer muziek, die nu een tandje harder staat dan aan het begin van de avond. Een aantal mensen begint aarzelend te dansen, maar de dansvloer is nog lang niet gevuld. Dit is waarschijnlijk omdat de temperatuur in de zaal nog steeds ietwat aan de hoge kant is. Dankzij het glaasje bubbels zitten er nog meer mensen met rode wangetjes zichzelf toe te wapperen om het zo minder warm te krijgen.
De koffie wordt door de meesten vervangen door alcoholische versnaperingen. Ook lopen de medewerkers van de feestzaal rond met hapjes, waardoor er elke keer als zij langslopen ongevraagd verschillende geuren en aroma`s de neus in geboord worden.
Na een tijdje stopt de muziek en treedt het feestvarken zelf naar voren. Hij vertelt wat over het ouder worden en de vele hobby's die hij nog heeft. Na zijn verhaal zingt hij een lied van Veldhuis & Kemper wat veel voor hem betekent. Het applaus achteraf is oorverdovend.
De DJ start de muziek weer in. De dansvloer wordt steeds voller en men begint steeds enthousiaster en fanatieker te dansen. De hitte van de verwarming is uit de zaal, maar nu staat men met rode wangetjes uit te hijgen na het zoveelste dansje.
Het koor waar de jarige lid van is, zingt een aantal swingende nummers ter ere van de vijftigste verjaardag van hun bas. Na dit optreden vloeit de drank rijkelijk, danst men steeds uitbundiger en komen er steeds meer hapjes de keuken uit.
De dansvloer is nu voller dan de rest van de zaal. De jarige Job leeft zich uit op de dansvloer en beweegt mee op het ritme van zijn favoriete hits. Zijn hoofd is iets bezweet, zijn haar zit niet meer zo netjes als aan het begin van de avond. Zijn zwarte jasje is uit en de eerste drie knoopjes van zijn turquoise overhemd staan open. Met zijn glimmende, zwarte schoenen waarmee hij over de dansvloer beweegt, vermaakt deze kersverse Abraham zich prima, omringd met liefde, veel warmte en al zijn dierbaren.

dinsdag 18 december 2012

In alle rust genieten van Muse

Stel je even voor: je zit op een verjaardag. Een saaie verjaardag, van bijvoorbeeld je demente overbuurvrouw. Je kent een aantal van de mensen die daar zitten en na al die verplichte praatjes besluit je je te gaan bezatten omdat je hebt beloofd 's avonds ook mee te eten. Dat betekent dus nog langer in die saaie bende zitten. Alcohol maakt alles beter, denk je. Toevallig heeft jouw partner, die ook op die doodsaaie verjaardag is, hetzelfde idee. Jullie kijken elkaar diep in de ogen en proosten. Diep van binnen weten jullie allebei dat jullie proosten op een gezellige avond, die er waarschijnlijk toch niet komt. Behalve dat je er lacherig of juist slaperig van wordt, heeft alcohol bij jou nog een bijwerking: je wordt er namelijk ongelooflijk hitsig van. En je partner ook. Jullie laten dat aan elkaar duidelijk weten, zonder dat de rest van de bezoekers dit doorheeft. De spanning tussen jullie loopt hoog op, maar jullie zijn je ervan bewust dat het binnen nu en twee uur gewoon niet gaat gebeuren. Ken je dat gevoel, dat je iets wilt doen, maar het gewoon niet kan doen omdat iets je tegenhoudt?
Zo'n gevoel kreeg ik gisteren. We hadden namelijk zitplaatsen voor het concert van Muse. Zitplaatsen en zo'n bombastisch concert als dat van Muse zijn geen goede combinatie. Het openingsnummer knalde er meteen in en ik wilde springen, klappen, een dansje doen, rondjes draaien met mijn armen in de lucht en in al mijn enthousiasme meeschreeuwen op het ritme van de muziek. Maar nee. Ik bleef, net zoals de rest van de tribune, braaf op mijn stoeltje zitten en bewoog mijn hoofd, mijn benen, een stukje van mijn bovenlichaam en ik zong uit volle borst mee waar dat kon. Ik heb toch teveel schaamte in me om in m'n eentje op die tribune los te gaan.
Wat wel een voordeel was, was dat ik het concert van een hele andere kant zag dan wanneer ik in het publiek zou staan. De lichtshow bijvoorbeeld, die was echt perfect te zien vanaf onze plek en die was ook zeer indrukwekkend. En het publiek wat bij bepaalde nummers begon te springen. Normaal sta je zelf in die springende massa, maar nu zag ik het gewoon van bovenaf gebeuren. En dat was geweldig.
Ik denk dat dit de vijfde keer is dat ik Muse live heb gezien. Ze stonden er bij mij vooral bekend om dat ze een briljante live-band zijn, maar weinig tot geen interactie hebben met het publiek. Ik was met stomheid geslagen toen zanger Matthew Bellamy zonder gitaar het podium over rende, zijn handen in de lucht stak en op die manier het publiek vroeg op mee te klappen. Ook heeft hij zes (!) keer iets gezegd tussen de nummers door. Normaal was dat beperkt tot twee keer, namelijk: 'hoi, Amsterdam' en 'bedankt, doei', maar nu had hij zelfs een paar Nederlandse woordjes ingestudeerd en maakte een grapje over zijn accent.
Het allereerste album van Muse kwam uit in 1999. Ze zijn nu dus al bijna veertien jaar bezig met muziek maken en optreden en nu pas krijgt de zanger door dat er ook publiek in de zaal zit.
Al met al heb ik (ondanks dat ik het nieuwe album niet zo heel denderend vind) ontzettend genoten van het optreden en uiteraard ook van het gezelschap van de mensen waarmee ik was. Op naar de zomer, want dan gaan we weer!


donderdag 13 december 2012

Kuddes op het spoor

Toen ik afgelopen dinsdag een klasgenootje vertelde over mijn treinreis die nogal lang duurde omdat de machinist niet op kwam dagen, zei ze: "Dan kan je die mooi van je NS-bingokaart strepen!" En dat is zo. Als treinreiziger krijg je te maken met veel gekke, aparte of irritante dingen. Zoals ik dinsdag had met de machinist. Een partytent of schapen op het spoor is ook niet een veel voorkomend iets, denk ik. Dat zijn dan bonuspunten voor op de NS-bingokaart.
Ik las in de 'Spits' dat er 1500 klachten zijn binnengekomen bij de NS over de nieuwe dienstregeling.
Nu lopen we met z'n allen wel altijd heerlijk te zeiken op de NS, maar we kunnen er zelf ook wat van qua fouten met het openbaar vervoer. Zo las ik ergens dat een jongen nietsvermoedend in de trein stapte op het spoor waar hij altijd in moest stappen, maar hij vanwege de nieuwe dienstregeling heel ergens anders terecht kwam. Kijk, dat is dan een typisch voorbeeld van iets waar de NS niets aan kan doen. Gewoon opletten.
In het noorden worden nu ook treinen van Arriva ingezet. Afgelopen dinsdag, mijn ongeluksdag als het om reizen gaat, had ik de eer om voor het eerst met een trein van Arriva van Leeuwarden naar Groningen te reizen. Ietwat zenuwachtig voor deze nieuwe treinervaring die ik als onervaren treinreiziger zou opdoen, liep ik richting spoor 8. Want daar moest ik heen. Een hele horde mensen liep die kant op, en liepen allemaal heel ver naar voren terwijl achterin alles leeg was. Ik dacht bij mezelf: "Doe eens gek, ik stap gewoon achter in de trein. Lekker rustig." En lekker rustig werd het zeker. Ik vond het namelijk vrij eigenaardig dat ik de enige was die in deze coupé zat. Ik begon me een beetje ongemakkelijk te voelen en besloot de trein uit te stappen en achter de kudde mensen aan te gaan. Dus ik sta op en loop richting de deur van de trein. Ik druk op het knopje waardoor de deuren open moeten gaan. Niks. Ik druk nog een keer. Niks. Ik druk dan maar op het knopje aan de andere kant van de deur. Weer niks. Ik besluit nog niet in paniek te raken, maar naar een andere deur te lopen. Misschien is deze wel kapot. Ik herhaal hetzelfde ritueel, met hetzelfde resultaat. Niks, nada, noppes. Een lichtelijke vorm van paniek komt op, totdat ik in de verte twee mensen aan zie komen lopen. Net als in de film, twee schimmen die op je af komen. Mijn redders in nood! En ze lopen gelukkig mijn kant op, wat niet zo gek is in een trein met gesloten deuren. Ik vertel de twee personen, gehuld in Arriva-kledij, dat ik de deur niet open krijg. "Nee, deze trein zit ook op slot", is de reactie. Gelukkig heeft de meneer een sleutel en opent de deur. Ik ben nog nooit zo blij geworden van sneeuwvlokken die m'n neus en ogen in vliegen. Vrijheid! Frisse lucht!
De mens is een kuddedier. Sinds dinsdag doe ik niet meer tegendraads, volg ik de meute én heb ik mijn eigen 'fouten-die-ik-zelf-bij-de-NS-en-Arriva-heb-gemaakt-bingokaart'. 'Jezelf opsluiten in een trein' is weggestreept.

dinsdag 27 november 2012

Concertergernissen

Een concert bezoeken: een leuke bezigheid, waar je met alle aanwezigen één ding deelt, namelijk: naar de muziek luisteren van de band of artiest die optreedt. Toch?
Afgelopen donderdag ben ik met mijn jongste zusje naar het concert van Jason Mraz in het Ziggo Dome geweest. Mr. Az deed het geweldig, daar hoef ik geen hele blog aan te wijden. Het fijne aan concerten is alleen dat je niet alleen bent. Integendeel, in het Ziggo Dome is plek voor 17.000 mensen. De kans dat je alleen bent, is dus nihil. Dat kan wel eens enige onderlinge ergernis opleveren.
Het begon al bij het voorprogramma. Mijn zusje doet een mini stapje naar links om het podium beter te kunnen zien, en de mevrouw achter haar begint toch zo ontzettend hard te zuchten! Ik had serieus de neiging om mijn elleboog in haar gezicht te planten .
Mijn zusje en ik hebben best goede plekken, vinden we zelf. Dat vinden twee andere meiden ook, want die komen pal voor ons staan. M’n zusje vraagt nog luid en duidelijk aan mij of ik zo nog wel wat kan zien. De meiden reageren daar op, maar blijven wel gezellig staan. Zo’n knusse zaal, dat Ziggo Dome.
Af en toe heb je mensen naast of achter je staan, die zichzelf liever horen zingen dan de optredende artiest. Laten wij nou net het geluk hebben dat zo iemand achter ons staat! Een poging van Joni en mij om haar ontzettend overdreven na te doen, helpt ook niet. Totdat we op een moment gewoon Jason Mraz weer kunnen horen zingen. Ze is verplaatst naar de andere kant, omdat ze daar beter zicht heeft. Wij kunnen weer eindeloos genieten van Jason! Denken we.
Een man komt de ‘zangkunsten’ van het meisje vervangen. Deze man kent alleen de tekst niet zo goed, dus hoor ik continu raar gebrabbel in m’n linkeroor.
Nog een klein persoonlijk ergernisje van mijn kant dan, nu ik toch aan het spuien ben. De meeste mensen die er waren, kenden alleen de nummers van het nieuwe album van Jason Mraz. Ik ben van een oudere 'Jason Mrazgeneratie', en ken ook nummers van de vorige cd’s. Als de eerste noten klinken van mijn persoonlijke favoriet, ‘A Beautiful Mess’ (die overigens niet op het nieuwe album staat), word ik ontzettend enthousiast. Het is alleen jammer dat de ‘nieuwe generatie’ dit nummer niet kent, (of wil kennen) en er gewoon doorheen wordt gepraat. Wat dat betreft was het echt een nadeel dat het concert in het Ziggo Dome was. Veel te groot, veel te veel mensen. Zowel voor Jason Mraz, als voor ons.
Ondanks dat het een hele gezellig avond was, is het een beetje een negatieve blog geworden. En dat terwijl ik me die avond had voorgenomen me niet te ergeren en niet te klagen. Missie mislukt.